Woordenlijst hypotheken
Som waarvoor een bouwbedrijf de uitvoering van een werk aanneemt. aannemingsovereenkomst Overeenkomst waarbij de aannemer zich verbindt tegenover de aanbesteder om een werk uit te voeren tegen de aanneemsom volgens een plan en de voorwaarden die in een bestek zijn vastgelegd. A-B-C-akte Akte waarbij een onroerende zaak twee maal wordt verkocht, eerst van A aan B en dan van B aan C. De zaak wordt echter maar één maal geleverd, namelijk van A aan C. aflossingsvrije hypotheek Hypotheekvorm waarbij alleen rente wordt betaald en waar niet verplicht op wordt afgelost. > Meer over de aflossingsvrije hypotheek afsluitprovisie De kosten die een geldverstrekker in rekening brengt voor het afsluiten van een hypotheek. Meestal 1% van de leensom. akte Schriftelijk stuk waarin een feit of een handeling is vastgelegd en dat als bewijs kan dienen. akte van eigendomsoverdracht De notariële akte waarin de overdracht van het eigendom van de onroerende zaak naar een nieuwe eigenaar is geregeld. annuïteiten hypotheek Hypotheekvorm waarbij het maandbedrag gelijk blijft. De samenstelling van het bedrag verschilt: in het begin wordt veel rente en weinig aflossing betaald. Aan het eind is dat andersom. Het maandbedrag wijzigt alleen door een rentewijziging aan het einde van een rentevaste periode. > Meer over de annuïteiten hypotheek akte van splitsing antispeculatiebedingEen notariële akte die de kadastrale splitsing van een onroerende zaak in appartementsrechten regelt. Bepaling die speculatieve handel in onroerende zaken moet voorkomen, als gemeentelijke bouwgrond wordt gekocht of in erfpacht wordt uitgegeven. Vaak wordt dan bepaald dat een eigenaar-bewoner bij verkoop van de woning binnen een bepaalde termijn eerst toestemming voor verkoop moet vragen aan de gemeente. Vaak moet dan een deel van de winst afgedragen worden aan de gemeente. appartementsrecht Aandeel in een gebouw en de daarbij behorende grond, dat is gesplitst in appartementen. Het appartementsrecht geeft recht op het exclusief gebruik van een deel van het gebouw en/of de grond, bijvoorbeeld een flatwoning, een parkeerplaats of een stuk tuin.
Garantie van de geldverstrekker namens de koper dat de waarborgsom op afroep zal worden voldaan als de koper na het verlopen van de ontbindende voorwaarden afziet van de koop. beleggingshypotheek Hypotheekvorm waarbij aan het einde van de looptijd wordt afgelost. Het opbouwen van een kapitaal voor de aflossing gebeurt via beleggingen in aandelenfondsen en/of obligaties. De opbrengst wordt bepaald door het behaalde rendement en de uiteindelijke koerswinst of het -verlies. > Meer over de beleggingshypotheek bestek Een nauwkeurige beschrijving van een werk, samen met de te gebruiken materialen, de voorwaarden en de kwaliteitseisen en de bouwtekeningen. Op het bestek is de aannemingsovereenkomst gebaseerd. Het is ook nodig voor de controle van de kwaliteit van de bouw. bestemmingsplan Een door de gemeenteraad vastgesteld plan waarin de bestemming van de grond is aangegeven. Het bestemmingsplan bevat ook doelen en voorschriften voor het gebruik van de grond en de opstallen. bewijs van eigendom Afschrift van de notariële transportakte die in het kadaster is ingeschreven en die door het kadaster gewaarmerkt is. blokverwarming Centrale verwarming van een aantal woningen, bijvoorbeeld in een flatgebouw, vanuit één ketelhuis. boeterente Als een geldnemer meer aflost op de hypotheek dan vooraf is afgesproken, kan de geldverstrekker over het afgeloste bedrag een boete in rekening brengen. bouwbesluit Besluit op grond van de Woningwet waarin de overheid minimumeisen en voorschriften voor de bouw en het gebruik vaststelt waaraan woningen moeten voldoen. bouw- en woningtoezicht Gemeentelijke dienst die zich bezighoudt met het toezicht op kwaliteit van bestaande woningen, de aanvragen voor vergunningen verwerkt en controleert of deze worden nageleefd. bouwrente Alle rente die de koper tijdens de bouw van een huis aan de aannemer of de geldverstrekker betaalt. bouwrijp Grond die na drainage en inklinking geschikt is om op te bouwen. Vaak zijn ook leidingen aangelegd (riool, gas, water, enzovoort). bouwwerk Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die direct of indirect met de grond verbonden is, dan wel direct of indirect steun vindt in de grond.
Bedrag dat een huiseigenaar jaarlijks betaalt voor het gebruik van erfpachtgrond. De eigenaar van de grond is meestal de gemeente. casco De dragende constructie van een huis plus de buitenafwerking. Het huis is wind- en waterdicht, maar de binnenafwerking moet nog gebeuren. cascobouw Woningbouw waarbij de woning casco wordt opgeleverd. De toekomstige bewoners kunnen de woning dan naar eigen inzicht (laten) afbouwen. combinatiehypotheek Hypotheek waarin verschillende aflossingsvormen en hypotheek soorten zijn ondergebracht, naar wens met verschillende looptijden, verschillende rentevast perioden en voor verschillende bedragen. courtage Het loon dat de makelaar ontvangt voor verrichte diensten. Het is een variabel percentage van de koopsom. Over het percentage is onderhandeling mogelijk.
Rentepercentage dat geldt op het moment dat de hypotheek wordt gesloten. Ook wel marktrente. depotrente Rente die een bank vergoedt over het deel van de hypotheek dat nog niet is opgenomen, bijvoorbeeld bij de bouw van nieuwbouwwoningen en bij verbouwingen.
De overdracht van het eigendom van een onroerende zaak bij de notaris via een notariële akte en de inschrijving daarvan bij het kadaster. eigenwoningforfait Bedrag dat is afgeleid van de waarde van een woning en dat bij het inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting geteld moet worden. Van dit bedrag mogen rente en kosten van (hypothecaire) geldleningen en erfpacht- en opstalcanons afgetrokken worden. eigenwoningregeling Belastingmaatregel die geldt voor een eigen woning die het hoofdverblijf is. erfdienstbaarheid Een zakelijk recht dat iemand anders dan de eigenaar kan hebben op een onroerende zaak. Bijvoorbeeld het recht van overpad: hier heeft een ander het recht om over de grond van de onroerende zaak te lopen. erfpacht Er is sprake van erfpacht als de grond waarop een woning staat in handen is van iemand anders dan de verkoper. De huiseigenaar moet betalen voor het gebruik van de grond. executiewaarde Bedrag dat een huis naar verwachting opbrengt als het gedwongen moet worden verkocht. Meestal ligt dat tussen de 75% en 90% van de vrije verkoopwaarde. Geldverstrekkers gebruiken de executiewaarde als één van de uitgangspunten bij het bepalen van het hypotheekbedrag.
Kosten die gemaakt worden om de aankoop van een onroerende zaak te financieren, zoals de notariskosten voor de hypotheekakte, de taxatiekosten en de afsluitprovisie.
Organisatie die (toekomstige) eigenaars een financiële en kwalitatieve waarborg biedt als een bouwbedrijf dat bij het GIW is aangesloten nalatig is of failliet gaat.
Het bedrag dat nodig is voor de herbouw van een verzekerd gebouw op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming. huishoudelijk reglement Reglement waarin de regels staan waaraan een eigenaar van een appartementsrecht zich moet houden. Bijvoorbeeld bepalingen over geluidshinder en het houden van huisdieren. huurbeding Bepaling in de hypotheekakte die inhoudt dat de schuldenaar het betreffende pand niet mag verhuren zonder schriftelijke toestemming van de geldverstrekker. hypotheek Zekerheidsrecht van een geldverstrekker, om vóór andere schuldeisers zich te kunnen verhalen op de opbrengst van de woning. Hypotheek kan alleen gevestigd worden op een registergoed, zoals bijvoorbeeld een huis. hypotheekakte Notariële akte waarin de hypotheek en de daaraan verbonden voorwaarden zijn vastgelegd. hypotheekgever Degene die een onroerende zaak in onderpand geeft: de schuldenaar. hypotheeknemer Degene die geld uitleent en daarbij de onroerende zaak in onderpand heeft: de geldverstrekker.
Alle spullen in een huis die niet aan het pand vastzitten, zoals servies, meubels en gordijnen.
Toegepast recht. Ook wel de rechtsopvatting van de rechterlijke macht die blijkt uit genomen beslissingen.
Een openbaar register waarin alle transport- en hypotheekakten worden ingeschreven. De notaris regelt de inschrijving. kavel Perceel grond. keuring, bouwtechnische Inspectie van een huis om te onderzoeken wat de staat van onderhoud is, welke reparaties nodig zijn en hoeveel deze ongeveer zullen kosten. Ook wel aankoopkeuring genoemd. koopovereenkomst, voorlopige Afspraken tussen verkoper en koper van een huis over zaken als prijs, voorwaarden en oplevering. Meestal worden deze afspraken schriftelijk vastgelegd in een contract. kosten koper (k.k.) Alle financierings- en aankoopkosten die de koper moet betalen bij de aanschaf van een bestaand huis. Meestal bedragen de kosten koper 10% van de koopsom. Een nieuwbouwhuis wordt "vrij op naam" verkocht. De kosten hiervan zijn lager. krediethypotheek Hypotheekvorm waarbij de geldnemer een kredietlimiet afspreekt met de geldverstrekker. Tot aan het maximale bedrag kan de geldnemer geld opnemen en aflossen. Alleen over het opgenomen bedrag is rente verschuldigd. Deze rente is variabel. kwalitatieve verplichting Rechten die anderen dan de koper en de verkoper kunnen hebben op een onroerende zaak.
Hypotheekvorm waarbij tijdens de looptijd rente en een premie voor een levensverzekering wordt betaald. Na afloop van de contractperiode lost de geldnemer met het opgebouwde kapitaal de hypotheek af. > Meer over de levenhypotheek levensverzekering Verzekering die voor of op een bepaalde moment een eenmalig bedrag of periodieke bedragen uitkeert. Afhankelijk van de polis kan dit moment zijn als de verzekerde is overleden of juist als deze nog leeft. Een levensverzekering kan ook aan een hypotheek gekoppeld zijn. lineaire hypotheek Hypotheekvorm waarbij elke maand een vast bedrag wordt afgelost. In het begin zijn de woonlasten het hoogst. De rente wordt in de loop van de tijd minder. > Meer over de lineaire hypotheek looptijd Contractperiode voor een hypotheek. Meestal is deze 30 jaar, maar korter of langer is vaak ook mogelijk.
De verrekening van de wijzigingen die tijdens de bouw zijn uitgevoerd ten opzichte van wat er bij de aanbesteding in het bestek en de bouwtekeningen was vastgelegd. meerwaardehypotheek Dit is een hypotheekvorm waarmee men een hogere hypotheek dan alleen op basis van inkomen kan krijgen zonder hogere maandlasten. De maximale hoofdsom is afhankelijk van inkomen en eigen geld. Met name geschikt voor mensen die een huis bewonen met overwaarde en groter willen gaan wonen. minuutakte Het oorspronkelijke exemplaar van een akte die door de notaris opgemaakt is en die bij hem blijft berusten. missive Aanschrijving: een schriftelijke mededeling van Burgemeester en Wethouders die een eigenaar verplicht om bepaalde voorzieningen aan zijn onroerende zaak te treffen of gebreken te herstellen.
Garantiestelling voor een hypotheek die de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen onder bepaalde voorwaarden afgeeft. De geldverstrekker loopt daardoor geen risico meer en hanteert dan een (iets) lagere hypotheekrente. > Meer over de Nationale Hypotheek Garantie notariële akte Akte opgemaakt door notaris.
Aannemer die in opdracht van een hoofdaannemer een onderdeel van een bouwwerk uitvoert. onderhandse akte Akte die niet door een notaris is opgemaakt, bijvoorbeeld de koopakte die door een makelaar is opgemaakt. onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik De marktwaarde van een woning. Dit is ook wel de prijs die bij onderhandse verkoop bij aanbieding vrij van huur en gebruik door de meest biedende gegadigde zou zijn besteed, op de meest geschikte wijze, na de beste voorbereiding. onderzetting Hypotheek: het zekerheidsrecht van een geldverstrekker om vóór andere schuldeisers zich te kunnen verhalen op de opbrengst van de woning. Een hypotheek kan alleen gevestigd worden op een registergoed, zoals bijvoorbeeld een huis. onroerende zaakbelasting Gemeentelijke belasting die aan eigenaren, gebruikers en huurders wordt opgelegd. Deze belasting is gerelateerd aan de waarde van het object in het economisch verkeer. Huurders betalen het gebruikersdeel, eigenaren betalen zowel het gebruikersdeel als het eigenarendeel. ontbindende voorwaarde Voorwaarde in een koopakte, waarbij gesteld wordt dat de koop kan worden ontbonden als de koper bijvoorbeeld zijn financiering niet rond krijgt, of als er bij een bouwkundige keuring ernstige constructiegebreken geconstateerd worden. opstal De bouwmaterialen en de constructie van een huis plus alle materialen die aan het pand vastzitten. Ook een schuur en een garage horen bij de opstal. opstalverzekering Verzekering van een gebouw met eventuele bijgebouwen tegen onder andere brand- en stormschade. optie Afspraak waarbij de verkoper de koper bedenktijd geeft en tussentijds niet met andere belangstellenden onderhandelt. Duurt meestal een paar dagen. overbruggingskrediet Een financiering via de geldverstrekker voor een geldnemer die tijdelijk eigenaar is van twee huizen, bijvoorbeeld als het nieuwe huis al gekocht is terwijl het oude nog verkocht moet worden. Als het oude huis verkocht is, loopt de financiering af. Het krediet wordt afgelost uit de overwaarde van het oude huis. overdracht Levering van een onroerende zaak door inschrijving van de akte van overdracht bij het kadaster. overdrachtsbelasting Belasting die wordt geheven bij de overdracht van onroerende zaken die in Nederland liggen. Deze belasting bedraagt 6% van de koopsom. overlijdensrisicoverzekering Verzekering die het hypotheekbedrag (deels) dekt als de verzekerde voor het einde van de looptijd overlijdt. Met de uitkering kunnen de nabestaanden (een deel van) de leensom terugbetalen. overwaarde De extra financiële ruimte die ontstaat doordat de marktwaarde van een huis hoger ligt dan de oorspronkelijke koopsom en/of doordat een deel van de hypotheek is afgelost. > Meer over de overwaarde hypotheek
Een onroerende zaak, bijvoorbeeld een stuk grond of een pand. planschade Schade die de eigenaar van een onroerende zaak kan lijden als een nieuw bestemmingsplan wordt gemaakt. precariobelasting Gemeentelijke belasting voor voorwerpen onder, op of boven gemeenschappelijke grond of water. Bijvoorbeeld een erker boven de straat. premiedepot Een geblokkeerde spaarrekening waaruit premies worden gestort voor de levensverzekering van een spaar- of levenhypotheek. Alleen mogelijk met eigen geld. preventief onderhoud Onderhoud dat toekomstige gebreken voorkomt.
Een beperkt zakelijk recht om in, op of boven de onroerende zaak van iemand anders gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen. recht van parate executie Recht van de hypotheekhouder van een eerste hypotheek om de verbonden zaak te laten verkopen als de hypotheekgever zijn verplichtingen niet nakomt. reinigingsheffing Gemeentelijke heffing voor het ophalen en verwerken van huisvuil. rente, effectieve Geeft de werkelijke lasten van een hypotheek weer. In de berekening zijn alle kosten, de fiscale gevolgen en de betaalfrequentie meegenomen. Op basis hiervan kunt u hypotheken vergelijken. rente, variabele Rentepercentage voor een hypotheek dat mee varieert met de rentestand op de geldmarkt. rentevaste periode Een door de geldverstrekker en de koper afgesproken termijn waarbinnen de rente vastligt. Deze periode ligt tussen de één en de dertig jaar. renteverlies tijdens de bouw Financieringskosten van termijnbetalingen voor bouw- en grondkosten gedurende de bouw tot het moment van gereedkoming. renvooi Lijst van symbolen en hun betekenis bij een bouwtekening. royement, Akte van Met een akte van royement wordt een hypotheek die is afgelost, doorgehaald in het hypothekenregister van het kadaster. ruilverkaveling Samenvoeging van het grondeigendom van verschillende eigenaren, gevolgd door een nieuwe verdeling. Bedoeld om grondversnippering tegen te gaan.
Commissie die door de gemeenteraad is aangewezen en die advies uitbrengt over de esthetische kant van een bouwwerk. De commissie beoordeelt alleen het uiterlijk en de ligging, en niet de constructie. servicekosten Kosten die betaald worden voor gemeenschappelijke zaken in een appartementsgebouw, zoals de opstalverzekering, de schoonmaak van gemeenschappelijke ruimten en een reservering voor groot onderhoud. servituut Een zakelijk recht dat een ander dan de eigenaar kan hebben op een onroerende zaak. Bijvoorbeeld de erfdienstbaarheid van recht van overpad. sleutelklaar Woning die geheel afgebouwd is en zo betrokken kan worden. sleutelverklaring Regeling tussen de koper en de verkoper van een onroerende zaak, waarbij afgesproken wordt dat de koper het feitelijk gebruik van de woning al krijgt vèèr de juridische levering heeft plaatsgevonden, dit onder uitdrukkelijke voorwaarden. sociale koopsector Koopwoningen die door de overheid gesubsidieerd zijn. sociale woningbouw Woningen voor minder draagkrachtigen met overheidssubsidie. spaarhypotheek Hypotheekvorm waarbij tijdens de looptijd rente wordt betaald, plus een premie voor een levensverzekering (geen aflossing). Aan het eind lost de geldnemer in één keer af met het opgebouwde kapitaal. Dit tegoed is gegarandeerd genoeg voor de aflossing. De rentevergoeding op de verzekering is gelijk aan het rentepercentage wat betaald wordt op de hypotheek. > Meer over de spaarhypotheek splitsingsvergunning Vergunning die nodig is voor de splitsing in appartementsrechten. stadsverwarming Verwarmingssysteem waarbij warmte en soms ook warm water met een buizenstelsel vanuit een centraal punt naar de woningen in een wijk wordt gebracht. De woningen hebben dan geen eigen cv-ketel. stichtingskosten Het totaal aan kosten voor de koop van een nieuwbouwwoning. streekplan Provinciaal plan dat in hoofdlijnen de toekomstige ontwikkelingen beschrijft in de ruimtelijke ordening van (een deel van) de provincie. structuurplan Een plan dat door de gemeenteraad is opgesteld, waarin de hoofdlijnen staan van toekomstige ontwikkelingen binnen een gemeente. successierechten Een belasting op bezit dat door overlijden of schenken wordt overgedragen. De nieuwe eigenaar betaalt deze belasting.
Waardebepaling van een woning door een makelaar. |
0 reacties:
Een reactie posten